dinsdag 31 juli 2007

"Have you eaten fish yet?"

Ahoi ahoi,
Eens een kleine update over het nuttige werk dat we hier –ook- leveren. Op aanvraag.
Om te beginnen even een uitleg over wat Abonyo Erastus (echt een geweldige prof) ons hier heeft verteld: “WAT? Alleen naar Kenia komen om Kabondo te bekijken? Stupiditeit alom! Doe ook maar een goed deel in Kisumu…”
Tezelfdertijd bericht uit Leuven dat professor de Meulder binnenkort een designstudio op wil zetten rond Kisumu en dus moesten we meer focussen op Kisumu… En aldus, vandaar dat ons onderwerp veranderd is naar een vergelijkende studie tussen Kabondo en Kisumu. Diezelfde professor Abonyo had al meerdere studies gedaan op Kisumu en gaf ons zo, uit de losse pols, de 7 ‘entrypoints’ om Kisumu te bekijken en analyseren. Daar sprong er eentje bovenuit, zijnde de buitenwijken –noem het informal settlements, noem het slums, noem het wat je wil, het is een hoopje miserie bij elkaar. Resoluut kozen we daarvoor omdat, zo legde hij uit, die informal settlements in feite gegroeid zijn vanuit een oorspronkelijke, erg typische, lokale structuur, de zogenaamde homestead structuur. Et voilah, onderwerp gekozen, want die oorspronkelijke structuur, die komt nu nog redelijk ongerept voor in Kabondo. (de link! de link!)
We doen dus, om het in een zin te zeggen, een studie over de oorspronkelijke homesteadstructuur in Kabondo en hoe die geëvolueerd is naar een informal settlement-structuur aan de randen van Kisumu.

In Kabondo zijn we dus enkele dagen op prospectie gegaan -zoals we het graag benoemen. Een eerste blik werpen op hoe die structuur nu eigenlijk in mekaar zit, want, zo blijkt achteraf, met de talloze beschrijvingen en uitgelegde vermeende structuren, hadden we toch nog steeds geen erg correct idee van het dorp Kabondo gekregen. Het is dus om te beginnen geen dorp. Kabondo is een divisie uit het district Rachuonyo en onder deze divisie heb je dan locaties, onderverdeeld in sublocaties waarbinnen verschillende villages die dan nog eens worden bewoond door meerdere clans. (kijk eens kijk eens) Het heeft ook in de verste verte geen dorpsstructuur zoals wij ze kennen, laten we zeggen een dorpskern met kerk, winkel, enkele huizen en dan een weg naar het volgende dorp. Neenee, Kabondo is een uitgestrekt groen heuvelachtig landschap met daarin om de 300 meter een verzamelingetje hutten. Dit verzamelingetje heten we voortaan een homestead. En op deze manier is Kabondo bezaaid met homesteads voor zover het oog reikt en is er van een dorpsstructuur geen sprake. Tot daar onze eerste blik op Kabondo. Erg leuk daarbij was onze wandeling tot in Oboch, een soort van lokale densificatie (o, dan toch iets!) temidden van dit geheel, maar dat erg feeëriek op een plateau gelegen is en ettelijke tientallen meters boven de rest uitsteekt waardoor je dus een heerlijk panoramisch beeld hebt op de locatie –of sublocatie, wie zal het zeggen- van Kabondo. Dat is dan ook ongeveer de enige plek waar we foto’s hebben getrokken bij ons eerste bezoek. Tot daar.

In Kisumu hebben we contacten gelegd met de townplanner en zijn we vrijwel meteen na onze laatste blog de informal settlements ingetrokken. Via via bij de chief terechtgekomen die ons zijn zegen gaf en ons ook wel verder wou helpen. Soit, zo hebben we een eindje door de sloppenwijk Nyalenda gewandeld. De volgende dag hebben we hetzelfde herhaald maar dan in de sloppenwijk Manyatta. (voor wenkbrauwfronsenden en hartvasthoudenden: het is er erg veilig en geen enkel moment hebben we ons onveilig gevoeld) (in tegenstelling tot Kibera en Mathare rond Nairobi, maar soit, dat is dus algemeen geweten, alvast geen nood) (maar voor alle zekerheid hadden we de eerste keren ons fototoestel toch maar thuisgelaten om het maar gewoon eens te bekijken. Maar vandaar dus ook geen leuke foto’s hiervan… nog niet)
We namen de bodaboda tot aan de rand van Manyatta en begonnen meteen erg zelfverzekerd rond te hossen. Het eerste het beste hoge gebouw –een erg open winkelcentrum, of wat er toch voor moest doorgaan- beklommen om eens een overschouwende blik te kunnen werpen op het zaakje. Van daar zagen we dat er een HOGER gebouw was in de buurt, in de vorm van een hotel-toren. Met niet minder dan het beste tevreden besloten we het een kansje te geven. Zo kwamen we via de receptioniste en een erg behulpzame –maar in het begin erg argwanende hotelbediende- al gauw op het hoogste puntje van Manyatta te staan, vanwaar we toch wel een erg behoorlijk zicht hadden op de wijk. Hij hielp ons graag verder en we spraken af om bij ons tweede bezoek zeker weer langs te komen om op dezelfde plaatsen foto’s te kunnen trekken en hij zou ons ook een stukje van de omgeving laten zien. Een erg productieve voormiddag. In de namiddag ook een verdere bespreking gehad met de townplanner -de met een erg ‘could-I-care-less’-houding in zijn zetel onderuit-hangende townplanner. Maar de kerel bleek nog wel erg behulpzaam te zijn en stelt zich met niet veel tevreden. (wat we alleen maar zien als een pluspunt, begrijp ons niet verkeerd) (wat we dus willen zeggen is dat die mens echt te gek is en, met op de eerste plaats Abonyo uiteraard, alleen maar erg goede begeleiding zou kunnen worden voor ons in de toekomst)(en hij was ook nog eens erg grappig daarbovenop –midden in het gesprek over de toekomstige ontwikkelingen omtrent de urbanisatie van informal settlements rond Kisumu: “Have you eaten fish yet in Kisumu?”)(waarop hij, na een negatief antwoord van onzentwege, prompt een plannetje begon te tekenen van tilapia-beach en het betere visrestaurant)(en terug over naar de urbanisatie) Van de town-planning cell (in het gemeentehuis) hebben we verschillende plannen gekregen van Naylenda en Manyatta. Tot daar.

Al de verkregen informatie en indrukken hebben we een dag lang bewerkt, besproken en uitgetypt. Met deze informatie en met een eerste uitgeschreven werkschema, tijdschema en inhoudstabel zijn we vandaag dan weer langs Abonyo gegaan. (oja, ondertussen zitten we dus terug in Nairobi bij Mia -onze aller gastvrouw- en eigenlijk de gehele familie)
Hij vond het wel goed denk ik, want de zaken die hij voorstelde om te doen, stonden ook ongeveer letterlijk in onze planning uitgeschreven. We hebben een tweetal uur met hem overlegd en ons onderwerp verder ‘ge-fine-tuned’… eigenlijk was het best een boeiende voormiddag zo. Hij heeft ons ook nog wat leesvoer en methodologie meegegeven. Wederom erg boeiend allemaal!
Het komt dus nu inderdaad neer op het onderzoek van homestead-structuur in Kabondo en een onderzoek van de evolutie van de sloppenwijken in Kisumu. Het was ook vooral en om te beginnen geen gemakkelijke kwestie voor ons om de juiste schaal van werken te vinden en nu hebben we toch de indruk dat we die gevonden hebben. (samen met Abonyo dan)
De nadruk is wel helemaal van het weeshuis afgenomen. Onze zaak komt dat alleen maar ten goede, want onze thesis is er een pak interessanter op geworden, maar voor de stichting HfK is het natuurlijk iets minder. Hun exacte vraag voor een uitbreiding is hierbij een beetje verwaarloosd en dit zorgt voor enkele wrevelige gevoelens (bij beide partijen), zeker omdat zij ons tot nu toe voor bepaalde delen gefinancierd hebben… (maar bon, lees nu niet dat we in de clinch liggen met elkaar, het is gewoon dat bepaalde verwachtingen anders zijn uitgedraaid en dat er nu enige bedenkingen gemaakt worden bij de algemene aanpak van het geheel, van in het begin al eigenlijk… iets waar wij dan zelf als student helemaal nog niet bij betrokken waren)

Tot zover onze update over het nuttige werk dat we hier dus doen. Jaja, het heeft al ettelijke voeten in de aarde gehad…

We hebben er allebei nog altijd de volle goesting in –moest u daaraan twijfelen- en hebben dus nu vooral veel denk-, typ-, en structurerend werk voor de boeg…


Wat je verder nog op de fotootjes ziet:



- ik die op mijn bed een poging doe tot werken in de hut van mama Martha. Notice het muggennet dat daar nog in opgerolde toestand voorkomt maar dra zal ontvouwd worden tot mijn koninklijk muggenvrij paleis.


- mama Martha’s hutjes. Het eerste is het onze.


- de boot-service die je over de Sondu River zet, op onze toch van Kabondo naar Oboch


- het uizicht dat we hebben van Oboch naar Kabondo (klik erop!)


- het uitzicht van onder mama Martha’s parasol, waar we ’s avonds na het douchen (giet de beker met water over je uit) en voor het eten telkens wat optekenden over de dag en naar de zonsondergang keken


- voetballende kinders met dreigende regenwolk op de achtergrond (het dagelijks 17u-regenbuitje kwam eraan)


- een bende kinders die ons achtervolgden en die we na lang aarzelen toch op de foto hebben gezet. Schattige kinders wel. Notice de linkse die op een stok stond te schnabbelen.


- ik die een gekko op mijn broek heb zitten. Het tafereel enkele minuten voor de foto beschrijf ik u met plezier: we komen nietsvermoedend onze kamer binnengewandeld in onze guesthouse in Kisumu. Fie gilt, “aaaaargh, daaaaaar! Nen hagedis in ons kamer!!!” Helemaal in een uiterste bovenhoekje van onze kamer zit het arme beest zichzelf al luidop te verwensen zo dom te zijn geweest Fie’s kamer binnen te komen. Fie vraagt aan de receptionist een doos om het beest te vangen. De receptionist verzekert ons dat het beest NIET giftig is. Ik doe het teken dat dat niet het probleem is en ik wijs naar Fie die semi-hysterisch staat te balken in de gang. De receptionist wil het beest voor ons wel even komen doodslaan. (howla, zover hoeven we nu ook weer niet te gaan… jeetje) Ik krijg een pispot (of toch iets dergelijks, want daar ruikt het naar) om de bjieest te vangen. Terwijl ik op het bed sta en dat probeer valt de stakker naar beneden, op het muskietennet, slaakt Fie een gilletje en loopt naar de andere kant van de kamer en zakt daar op de vloer omdat ze geen blijf weet met haarzelf. Een gejank uitbalkend iets tussen gillen en lachen… ik laat het beest buiten vrij en Fie neemt vanop veilige afstand foto’s. Achteraf beweert ze dat ze niet meer kon van het lachen en ze het alleen maar grappig vond. Het ging hier overduidelijk om een geval van hysterie.


woensdag 25 juli 2007

"my brother lives over there..."

Na een paar wilde en heerlijke ritten (kwa uitzichten dan), waarbij goede vering onontbeerlijk bleek te zijn, zijn we ondertussen aangekomen in Kisumu…
Maar laten we vooral niet voorlopen op de zaken, voor Kisumu was er Kabodo met de ongelooflijk sympathieke Mama Martha (ken je de ietwat mollige zwarte vrouw uit de tekenfilmpjes van Tom&Jerry? Voila: Mama Martha).

De trip (zonder tripstick) naar Kabondo was te vergelijken met een wildwaterparcours maar dan door stoffige “wegen”. Bij het rijden over de putten, nog nooit waren ze zo diep, voelde je je ruggengraat meetrillen… Door de Rift-Valley rijden was echt de moeite… nog een kudde giraffen en zebra’s gespot, helaas weer te ver voor een deftige foto… De binnenverluchting van de jeep heeft ook nu weer heel de tijd aangestaan, ditkeer voor het stof. (IN Nairobi was dit voor de giftige gassen)

Na 6.5uur bereiken we dan toch heelhuids en zonder ernstige breuken onze primitieve hut. Temidden van een groene oase staat de hut, samen met Mama’s woonst en nog wat andere barakken (waaronder de wc -jaja, de put in de vloer- en het buitenmaatse kippenhok). 3 dagen zonder electriciteit en stromend water, nachtelijke muggenaanvallen, slapen in netjes, padden die stiekem de hut binnendringen, locale gerechten (erg lekker allemaal, behalve ben ik geen fan van stenen in mijn mais en is luk geen fan van linzen… -punt), wandelingen door de groene omgeving en locale bewoners die steevast op ‘Hello!’ ‘Fine!’ antwoorden en dan even een ‘korte’ familiegeschiedenis geven van waar welke broer woont, wat zijn werk is, waar zijn werk is en hoeveel dochters, zonen, nonkels,… ze elk hebben.
Een ontmoeting gaat hier dus als volgt: een handdruk (ookal kom je dus gewoon iemand tegen tijdens een wandelingetje in de brousse…) dan een kleine ‘hello-finethankyou-howareyou-yes-…-yeeeees-…-my brother lives over there’ en dan weer een handdruk ookal was de vorige nog maar 28 seconden geleden (bij dit alles wordt gemiddeld ook nog eens 7keer ‘thank you’ gezegd –ookal is ons nooit echt duidelijk wat we precies gedaan hebben)… en dan kan je weer verder. (de volgende gaan begroeten…)
Maar neem dit absoluut niet als een slecht woord over onze ervaringen hier! Vriendelijk als ze zijn word je vaak uitgenodigd voor een thee in hun hut, en zwaaien ze breed glimlachend reeds van ver bij het zien van onze (witte) hoofden.
En zweeeeeten dat we hier hebben gedaan… liters.

Nadat we Kabondo hebben bewandeld, bezweet en panoramagrafisch gefotografeerd (en de familiegeschiedenis kenden van half het dorp, kijk eens, kijk eens) vertrokken we richting Kisumu, een kleine stad ten oosten van het Victoria-meer. Veel bodaboda’s (een fietser met –volledige en werkende- fiets die je taxigewijs achterop neemt richting waar je maar wil, maar nog niet echt gebruik van gemaakt…), veel auto’s (pas op ze rijden aan de andere kant , eeeeeerst rechts kijken, dan pas links…), veel kleine winkeltjes, een markt, een groot park (waar je nog maar je fles water bovenhaalt en de bedelaars komen op je af, allen denkend dat je van Amerika bent en geld strooit) en standjes op straat met –af en toe illegale, maar vooral ook hilarische- goederen (zoals daar zijn: een diploma ‘medicijnen’, voorgeraapte stenen –wtf?-, rubberen stempels –wtf?- en soeepper-illegale kopies van DVD’s…)(ons kopieke van de film ‘300’ werkte anders wel vlotjes, de best spendeerde anderhalve euro van ons leven)

We slapen in Sooper Guesthouse. De grapjassen hadden een kleine fout gemaakt bij de reserving (dan doet ge nog moeite om gvdmm op voorhand te reserveren…) en als gevolg sliepen Luk en ik de eerste nacht gezellig samen. Vandaag verhuisd naar een grotere kamer (pakweg 3 keer zo groot als de vorige) met terras.

Nu even bloggen en sewwes weer op pad. Foto’s opladen zal voor een andere keer zijn, de cybercafés hier gaan aan een snelheid van 64kb! (supertraag naar onze normen, als in de inbel-verbindingen van 10jaar geleden)
Soit, we trekken de stad in…
On your marks, get set, ready, GO (dixit Mama Martha eergisteren om ons de deur uit te jagen toen ze wou gaan slapen…)(ghehe…)

donderdag 19 juli 2007

Vertrek naar Kabondo

Al heeft u reeds een tijdje niet veel meer van ons gehoord, wij leven nog steeds EN hebben daarbij een paar enorm goede/leuke vooruitgangen/ervaringen geboekt/gehad (schrappen wat niet past).
Jammer genoeg (gelukkig voor ons project eigenlijk, al geldt dit niet voor de fanatieke bloggers) vertrekken wij morgenvroeg om 8u (TE VROEG WE KNOW) naar Kabondo (het primitieve dorpje) en zijn wij genoodzaakt nog een aantal dingen te regelen… waar het aanvullen van onze super-blog niet bijhoort…

Om jullie alsnog te bekoren hier een extreem korte samenvatting van onze nieuwe avonturen (die later zullen bijgevoegd worden met een paar extreem leuke foto’s):
Giraffen voederen en aaien, aapjes in de tuin, bezoek aan Masai Markt (markt in alle zin van het woord: mensen overload, spullen overload, afbieden, aanklampen,…), boeiend gesprek met Erastus Abonyo (Prof van de Nairobiaanse universiteit) over ons onderwerp, welk ondertussen wat veranderd is, eerste keer alleen ‘wandering’ door Nairobi en bussen zoeken, bezoek aan Kibera (sloppenwijk van Nairobi) met locale persoon, Linus, en daarbij horend een extreem interessant gesprek over de nodige aanpassingen van dergelijke sloppenwijk, meerijden met een matatu (voor degenen die niet meer weten wat het was en niet omlaag willen scrollen: een buske volgepropt met locals), inademen van giftige gassen en nog veel meer…
(bij wijze van teaser hebben we toch nog net twee foto's kunnen bijvoegen, de rest en het verhaal erachter komt later) (check die toerist met die giraf!) (toeriiiiist!)

Geen nood, we zijn, en zullen blijven, in goede handen en van zodra we tijd en internet vinden zullen wij jullie allen weerom informeren over onze ontmoetingen (dierenrijk,fauna, mensen en andere) en avonturen!

Bij deze een dikke pakkerd
En tot schnell!
uw
Fie & Luk

maandag 16 juli 2007

miaaaa !!!



Nen Ibis in volle vlucht, zeg maar... de beesten zijn best wel spectaculair groot tegenover ons mussen en merels, maar zijn dusdanig prominent aanwezig dat ze al snel vervelen...
Desalniettemin kunt ge der af en toe wel is een schoon fotooke van trekken. (met dank aan Mia's superzoomlens en haar tuin, alwaar de beesten dus verblijven)
Gisterenochtend heeft zo'n beest ons dus dik wakkergekrast, dat gaat ongeveer als op de volgende foto...


Verder ook nog een bloemeke uit een van de talrijke bloemperkskes, voor de liefhebbers.

Spannende verhalen in Nairobi

De zon is onder, de nacht valt snel, een donker deken overtrekt het Nationaal Park van Nairobi.

Als laatste Jeep volgen we het konvooi om niet verloren te rijden in het labyrintische park. De voorgangers kennen de weg op hun duimpje. De eerste vijf minuten kunnen we het konvooi makkelijk bijhouden, door de stofwolken heen de rode lampen van onze voorganger volgend.

Maar daan … alsof een ongelukkig toeval achter elke groene plant/struik/boom-achtige toestand schuilt, verliezen we in een paar wilde haakse bochten en bumpervermorzelende diepe putten onze voorgangers.

Plots is de duisternis ijzingwekkend aanwezig.

Een splitsing dwingt ons een keuze te maken tussen stofwolk en stofwolk. Rode achterlichten zijn reeds lang niet meer te bespeuren.

Links!
Rechts!
Links?
Rechts?

We smijten ne munt op en kiezen voor de stofwolk … Rechts?

Na 500 meter, weerom een splitsing en onze kansen op succes dalen exponentieel…

Na 300 meter … Links?

Nog zo’n kilometer gepasseerd, vloekend in de auto over het wilde cowboy-konvooi dat ons stiekem achterliet tussen de aankomende leeuwen. PLOTS: LAMPEN …. KOPLAMPEN!!!!
GERED!

We rijden erheen, en blijkt dat zij in de tegenovergestelde richting rijden (balen).




Bottomline: Zij kennen de weg ook niet maar uiteindelijk zijn we toch het park uitgesukkeld.






Mia, Luk en ik wachten deze avond de aankomst van twee extra (en ons onbekende) gasten af. Wij werken rustig op de computer terwijl Mia elders in het huis bezig is.

De huistelefoon gaat, blijkbaar vindt de taxichauffeur, die de gasten transporteert, het huis van Mia niet. Mia gaat in de andere kamer telefoneren terwijl Luk en ik gezapig onze contacten mailen.
Dan gaat Mia’s GSM (zo’n 10 minuten na de vorige rinkeldinkel).
Het is Kristel voor Mia. Ik neem op en begin een zoektocht, door de mansion, naar Mia.

Geen spoor van Mia.

We nemen Kristels boodschap aan, en gaan lichtelijk panikerend verder op zoek naar Mia. We checken of ze met de auto vertrokken is en of de nachtwacht misschien meer weet.
(in het achterhoofd houdend dat deze woonwijken extreem zwaar beveiligd zijn met prikkeldraad, nachtwachten en ettelijke stalen accordeondeuren en megasloten eraan)

Geen spoor van de nachtwacht.

We doorzoeken Mr. Nachtwacht’s cabine en vinden daar welliswaar een matrak… Dewelke we wel nuttig achten. De matrak nemen we mee en gaan in ‘James Bond’- stijl heel de mansion afsluiten. We bellen naar Mia’s huistelefoon (normaliter nog steeds in de hand van Mia, as we presume) … geen bereik… enkel het onbeantwoorde gerinkel van de tweede telefoon ergens in een uithoek van de mansion…

Dan maar de tuin, keuken, berging, … doorkammen…(als in een echte horror B-movie: eg. SCREAM I,II EN III: twee studenten argeloos werkend, het hoofdpersonage mysterieus verdwenen, de studenten gaan op zoek, vermoedens alom over het ontdekken van een knock-out geslagen Mia achter de kast (achter de kast … wie had dat verwacht) *gevaarlijk muziekje op de achtergrond… vele hoge tonen…*)




Bottomline: Mia verschijnt toch aan het hek.

(Taxi was in de gracht beland en lichtelijk tegen een boom gereden, waardoor de Nairobiaanse nachtdispatch alvast mee begon te duwen en Mia op zoek ging naar de plek van misdaad om de hulpeloze Belgen te redden.)


Slaapzacht … gnégnégnééé…

zaterdag 14 juli 2007

'Sundown'-en

1 ding is zeker: een Jeep in Nairobi is absoluut noodzakelijk.


We reden het nationaal park binnen, de eerste 100-en meters waren op normaal asfalt maar daarna stoffige wegjes in het typische rode zand met een niet-bezaaid-met-putten-van-een-halve-meter-diep-weg-percentage van onder het absolute minimum tot nu toe (ongeveer 5,6%) ... geen lachtertje met de auto anders... (als je achter een andere auto reed betekende dat trouwens een stoffig ondoorzichtig gordijn voor je... Jochei!)

Tijdens onze 'bumpy-road' zagen we eeerst links in de grote vlakte een paar zebra's grazen (deze waren wel vanaf ons auto-zicht slechts een paar mm groot, oftwel op ettelijke kilometers afstand gewoon een zwart-wit gedrocht dus) toen PLOTS Luk hysterisch begon te roepen, links van 'der Jeep' stond op nog geen 2 meter afstand een giraf te schnabbelen aan wat groene plant/struik/boom-achtige toestanden... (jawel jawel, een échte giraf, zoeen als van in de safari-boekskes)(spijtig genoeg hebben we van dien geen foto kunnen nemen, maar wel van zijn broer die een beeke veel verder stond... spijtig)

(btw ook een familie -maak daar 10 families van- mariboes gespot)

De 'sundown' was gezellig, een picknick in het park met allerhande mensen en u raadt nooit met wie wij gezellig hebben liggen keuvelen over Global Warming ..... *nu is uw kans om 3 keer te raden en neen het is niet Al Gore... ok, uw kans is voorbij* het was Alain Hubert! alias de partner van Dixie Dansercoer! Hij is net terug van zijn 'trip' van Syberië naar Groenland in 106 dagen (zo'n 1900-2000km). We hadden vooral een babbeltje over educatie en 'science' en dat er welliswaar NU (en niet morgen) dringend iets moest veranderen aan de mentaliteit/het gedrag van de gemiddelde mens/regering. Erg interessante discussie weliswaar... en een erg 'bezield' man, charismatisch. (wie had dat gedacht, midden in het nationaal park van Kenia, met de sun die downt op de achtergrond, een rode wijn in de hand, een Indiaase knabbel in de andere, een babbel met dén Alain Hubert)

Ook een uiterst sympathieke indiër van UN-Habitat was ter plekke, die met ons gerust wat info wilde delen en ons ook zijn visite-kaartje gaf om verdere evoluties van ons project eens te bespreken ... Tot zover onze 'networking', aangezien de zon überschnell onderging, daarbij de temperatuur ook kelderde en de mogelijkheid bestond van het aankomen der ene leeuwenfamilie.


De avond eindigden we in Mia's Mansion met weerom een lekker maal, nadat een Matatu (een gevaarlijk buske volgepropt met locals) ons bijna van de baan reed. Een glaasje wijn op het terras met discussie over kunst en culturele initiatieven en de nacht was weerom daar!
(maar geen nood voor diegene die ons benijden, vanaf volgende week zitten we in elentriek-loos hutje met een gat in de grond als wc en eten we alle dagen spinash-maïs naar het schijnt...)
Tot binnenkort...




















howhow,

even gauw updeeten he.

Onze vlucht is vlotjes verlopen, op een paar vetsige
turbulenties, een krijsend/haartrekkend/hoofdkussen-lapjepikkend kind achter ons, sluikstorter van afgekloven klokhuizen in het gangpad naast ons en een 'jawel-ik -mag-mijn-stoel-heel-de-tijd-achteruit-zetten-ookal-slaap-ik-niet'-dwaze vrouw voor ons.


Al zwaaiend stond Mia ons op te wachten en zijn we met haar vehikel naar haar (noem het gerust een) mansion gereden over lichtelijk afbrokkelende wegen door verkeer waarin de belangrijkste regel is 'go with the flow or have an accident'.



Kleine beschrijving van het huis: übergroot.

Wel stevig ommuurd (met dubbele prikkeldraad) en bewaakt door lokale nacht-en dagwacht (een verplichting zij het voor veiligheid, zij het voor tewerkstelling van de locals).

Nog gezellig getafeld en gekeuveld op haar terras met uitzicht op de grote tuin met dampend zwembad. Daarna klokje rond geslapen (voor een keer) en gewekt door de zwarte wouw (wààààààààuuuuuuuuuuw!!!! -zegt hij).

Royaal ontbijt/middagmaal met passievrucht, mango, yoghurt, croissant, kaas en heerlijke koffie... Naïrobi.Royale.

Het weer is anders dan verwacht wat frisjes en dus zijn we niet echt zwaar voorzien... mss toch nog een extra pulleke kopen later.


Sebiet gaan we 'sun-down'-en in het nationaal park van Naïrobi, i.e. aperitieven met hapjes en belangrijk volk waar we absoluut wat kunnen 'netwerken'. Dit alles IN het nationaal park... (alowli mowli) Dus nu gaan we vlug op zoek naar toch nog een deftige outfit, aangezien we voorzien waren op lemen hutten.






woensdag 11 juli 2007

2dagen voor vertrek

dagdag iedereen,
( in volledige dagboekstijl: )
woensdag 11 juli, 23u50, twee dagen voor vertrek
Eigenlijk veel te veel geregel. Fie en ik lopen allebei continu apart rond van hier naar daar voor 'regeliteiten'... we komen amper toe aan het eigenlijke onderwerp, het eigenlijke voorbereiden van onze thesis, wat jammer is natuurlijk, maar geen nood, dat valt allemaal wel mee en is natuurlijk relatief. Het documentation centre (waar alle thesissen van vorige jaren op een stoffige edoch systematische wijze voorhande zijn) waar we al enkele dagen plannen heen te gaan, hebben we eigenlijk nog altijd niet deftig gezien -op een enkel bezoekje tussen kwart voor drie en drie na. (hoera)
Mijn valies is in feite al gepakt, fie ging de hare morgen nog doen, maar dan nog moet ik morgen nog lopen tussen de bibliotheek, den apotheker en de velpia. We zullen blij zijn als we op het vliegtuig zitten... (en ik heb den indruk dat dit NIET de laatste cliché wordt die we hier gaan uitkramen)
Nu, wat gaan we doen als we uitstappen in Naïrobi? Awel zie...
Eerst en vooral worden wij opgepikt door Mia, ons aller contact-persoon binnen de Hope for Kabondo stichting (waarover later meer). Daar zullen we de eerste nacht doorbrengen en misschien/waarschijnlijk ook enkele meer. Zij stuurde ons net een mail met het nieuws dat ze veel bezoekjes heeft in de komende week dus het wordt een gezellige drukke boel. Misschien/Waarschijnlijk gaan we later deze week ook bij Michelle logeren, een vriendin van de mama van Fie die daar al enkele jaren woont (voor zover ik dat toch goed begrepen heb), en die ons veel nuffige fips kan geven. (voor zover Mia dat natuurlijk ook al niet doet natuurlijk :))
Soit, na een weekje rijden we met de wagen (van Mia) naar Kabondo -tis te zeggen, Mia rijdt en wij en haar twee dochters zitten achterin-of zoiets- ene dorp tussen Kisumu en Kisii. Ik weet, ik weet, dát zijn iéts te veel Afrikaanse namen met een K tesamen, maar geen nood, als ge KABONDO onthoudt zijn wij al méér dan tevreden. Dat is namelijk het dorpke waar we onze nederige billen een drietal maanden zullen planten in zwarte vruchtbare Afrikaanse aarde -jep jep, zwarte vruchtbare Afrikaanse aarde. Ik parafraseer Annemie Struyf (u weet wel, Annemie Struyf) uit haar boek 'Mijn status is positief' (een aanrader trouwens voor eenieder die vertrouwd wil geraken met het project waarvoor we in feite daar zijn en tevens ook gewoon voor nog eens een aangrijpend goed boek te lezen): Kabondo is pure zwarte idylle, uit een prentenboek, met prachtige vergezichten, kleine hutjes en loslopend pluimvee en Mama Martha (onze gastvrouw nota bene) is een zwarte Afrikaanse moeder zoals wij ze graag hebben, liefdevol en vrolijk, dik en rondborstig en als ze je in haar armen sluit voel je je alsof je een tweede huis hebt gevonden.
(niet slecht geparafraseerd luk, als zeg ik het zelf)
Dat brengt ons naadloos tot Mama Martha, onze gastvrouw waar we al zoveel over gehoord hebben. Zij heeft een stukje grond in Kabondo waarop een drietal hutjes staan en in twee daarvan (of één, schiet me niet dood) mogen wij slapen gedurende ons verblijf (joinks! dankjewel Mama Martha!)
Het project zelf van waaruit we eigenlijk ons veldwerk starten heet Hope for Kabondo, genaamd naar Hope, een weeskind dat uiteindelijk geadopteerd is door Annemie en aldus in België woont nu. Het draait daarginds dus in feite rond Hope Home, een weeshuis met een 20 tal kinderen, in het dorp Kabondo. Ikzelf ga nu even niet verder op dat verhaal ingaan want dit alles is uitgebreid beschreven in het voorgenoemde boek en op http://www.hopeforkabondo.org/.
Daarover wou ik enkel nog kwijt dat Hope éérst door Achieng geadopteerd was (zonder haar was ze zeker gestorven) en daarna pas door Annemie. Achieng is de prachtige -wenende- vrouw op de cover van het boek en haar status is positief.

Het veldwerk dat wij gaan doen houdt hetvolgende in:
een doorlichting van de werking van "het dorp Kabondo" en -als een soort vertrekpunt maar tevens ook zijspoor- de werking en plaatsing van het weeshuis daarin. Dit "dorp" bestaat wel uit 40.000 inwoners, laten we zeggen een groot Leuven, dus echt "dorp" is het niet. Op het eerste zicht in een rurale context, maar zoals we reeds leerden; ruraal en urbaan zijn in Afrika twee eerder irrelevante begrippen geworden en lopen erg in mekaar over -voor zover dat in Vlaanderen ook niet het geval is natuurlijk. Niet gemakkelijk om het duidelijk in twee woorden uit te leggen, maar laten we het erop houden dat we daar zelf wel een redelijk goed zicht op hebben.
We zullen ongeveer als volgt te werk gaan: eerst twee weken in Kabondo voor een eerste kennismaking en ontdekking. Dan een anderhalve week in Naïrobi (hoofdstad Kenia voor wie nog niet mee was) om professoren en de bibliotheek te consulteren. Daarna terug een 3tal weken in Kabondo en eventuele uitstappen naar Kisumu, wederom voor consultatie van bibliotheken. Dan gaan we een 2tal weken rondtrekken, waarheen, dat zal zichzelf dan moeten uitwijzen en daarna nog een finale 2weken Kabondo voor het finaliseren van ons veldwerk.
Ainsi zijn we na ongeveer 11 weken terug in België, net op tijd voor het huwelijk van mijn broeder Stefaan met mijn bijna-schoonzus Caroline. (hoera!)

Zo, wat moet ik daar nog meer over zeggen? Hm, er valt zoveel te zeggen.
Merci ma en pa misschien. Da's zo wat het belangrijkste denk ik dat valt te zeggen nu.

Verder zullen we onze blog wekelijks updeeten, als we in de weekend naar Kisumu trekken (de dichtstbijzijnde middelgrote stad, aan het Victoriameer) (Hmm, Dr.Livinstone... I presume...)
Want in Kabondo is er, op de twee zonnepanelen van Mama Martha na, geen elektriciteit en aldus geen frigo, geen tv, geen kabel en nee, geen internet dus.
Goed, ik stop er hier mee, morgen nog een druk dagje, laatste pakkingen, laatste zoen, laatste échte Stella en dan overmorgenvroeg, hops, vliegtuig in en vliegen maar...

nu, slapen maar,
toedeloe
met veel groeten,
puk

ps: wil iemand dit geregeld voor de bomma afdrukken, want anders zal het niet lezen...? dankjeveel

zaterdag 7 juli 2007

dichterbij



alrighty ...



nog een luttele 6 paar dagen en Luk en ik gaan TOTAL summerstyle (thx to faab) naar Kenya!


Malaria here we come!